Wie droomt er nou niet van? Een tientje inzetten op die ene supercombi met een odd van maar liefst 1250.00. Je zult hem maar winnen… dan ben je opeens ruim een ton rijker. We zien al helemaal voor ons wat we met dat geld gaan doen, maar heeft het wel waarde?
Winnaars van loterijen zijn als snoepjes voor psychologen. De wetenschappers willen deze geluksvogels maar wat graag onderzoeken. De uitspraak ‘geld maakt niet gelukkig’ is ons natuurlijk allemaal bekend, maar hij blijkt slechts deels te kloppen. Hoewel de euforie na het winnen van een hoog geldbedrag ongekend groot is, maakt die winst op de lange termijn niet gelukkig(er). Dat is wat Nassim Nicholas Taleb concludeert in zijn boek De Zwarte Zwaan: De impact van het hoogst onwaarschijnlijke.
Snel verzadigd
Wij mensen zijn nou eenmaal vrij snel verzadigd, niet alleen als het om geld gaat. Als we enorm dorst hebben, smaakt water heerlijk. Maar als iemand ons vervolgens een ton met water voorschotelt, drinken we die 25 liter water niet op. Na een (halve) liter zitten we al wel vol. Geld werkt min of meer op dezelfde manier.
In één klap een miljoen winnen blijkt minder vreugde te geven dan wanneer we hetzelfde bedrag winnen verspreid over tien jaar, dus €100.000 per jaar. Tevredenheid hangt veel meer af van het aantal keren dat we een positief gevoel krijgen dan van de intensiteit van het gevoel. Uiteraard is de intensiteit van tevredenheid groter bij een miljoen dan bij een ton, maar die intensiteit ebt vrij snel weer weg. Psychologen noemen dit het positief affect. Winnen is altijd aangenaam, maar hoeveel we winnen doet er weinig toe.
Niet gaan voor die ene klapper
Wat dat betreft zou het dus niet verstandig zijn om ons geld in te zetten op één grote klapper. We zitten zo in elkaar dat onze voldoening en tevredenheid voortkomt uit een stroom van kleine maar frequente beloningen. Die beloningen hoeven niet groot te zijn, als ze maar vaak voorkomen. Hier en daar een beetje schrapen kan dus enorm gelukzalig zijn. Zie het zo: onze voorouders waren jarenlang alleen maar bezig met eten en drinken. Ze hadden daar voortdurend behoefte aan, maar hadden er ook vrij snel genoeg van.
Het probleem met wedden is dat we niet kunnen rekenen op regelmatige winsten. Wedden gaat met ups en downs. Het richten op de lange termijn betekent dus niet automatisch dat we er een positief gevoel aan overhouden. Maar, niet alleen is het winnen van een groot geldbedrag na een korte periode ook niet zo interessant meer, het mechanisme werkt ook nog eens omgekeerd. Psychologen vonden uit dat het beter is om alle pijn in een keer samen te persen in een korte periode, dan die te spreiden over een lange periode.
Conclusie: combi-teleurstellingen vermijden
Dat betekent dat, als we voor die ene grote klapper willen gaan, we waarschijnlijk tientallen of honderden keren tegen een kleine (combi wéér fout) of grote (combi misgelopen op één weddenschap) teleurstellingen aankomen. De kans dat we zo’n combi winnen is niet voor niets enorm klein, anders was de odd van die verleidelijke combi niet zo hoog. Eén ding is zeker: die kleine teleurstellingen hebben constant invloed op hoe we ons voelen. En die invloed is – helaas – niet positief.