Minste moeite met een wereldkampioen
Dave Chisnall speelde dit toernooi drie wedstrijden en opvallend genoeg had hij de minste moeite met de grootste naam van de drie. Vrijdag versloeg hij Peter Wright met 10-5 en gooide hij een gemiddelde van 100.1 per beurt. Zaterdagmiddag deed de Engelsman er nog een schepje bovenop tegen Danny Noppert. Scorend was Chizzy subliem maar ondanks een gemiddelde van ruim 104 had hij alle moeite om Noppert van zich af te schudden, hij wist maar net te voorkomen dat er een beslissende leg nodig was en won met 10-8. Enkele uren later speelde Dave tegen Alan Soutar en ook in deze wedstrijd was een overwinning alles behalve een zekerheid. Na een 0-3 achterstand knokte Chisnall zich terug en kwam hij tot een 5-3 voorsprong, waarna Soutar juist weer terugkwam tot 6-8. Vanaf dat moment had Soutar een stuk meer moeite met het vinden van de triples en kon Chisnall toch zijn favorietenrol waarmaken, hij won opnieuw met 10-8.