Welke partij gokt verkeerd? Deel 1: de overheid
In het kader van de mogelijke legalisering van het online gokken, schrijven wij een viertal artikelen. Vanuit vier invalshoeken kijken we naar de mogelijke wijziging van de wet. Vandaag lanceren we deel 1: de overheid.
Welke partij gokt verkeerd? Deel 1: de overheid
De politiek is er over uit dat legalisering van het online kansspelen bevorderlijk is voor het spelplezier, de verslavingszorg en de gokwebsite’s. Waar de regeerders nog niet eensgezind over zijn, is de hoogte van de kansspelbelasting. In deze serie proberen wij uitleg te verschaffen voor de verschillende invalshoeken. In de eerste editie: welke baten heeft de regering van de legalisering?
De regering heeft allerlei inkomsten. In de miljoenennota van 2016 staat geschreven dat de regering 70 miljard directe belasting verwacht te ontvangen. Bij directe belasting moeten we denken aan bijvoorbeeld loon of inkomstenbelasting, maar ook aan kansspelbelasting. 70 miljard is ongeveer 28% van het totale inkomen van de overheid. Ook dit jaar liggen de inkomsten lager dan de uitgaven. Dit jaar is dat verschil bijna 10 miljard. De overheid heeft dus altijd belangen om de inkomsten omhoog te krijgen, zodat de staatsschuld niet verder oploopt.
Wanneer de legalisering door gaat, zullen de online gokbedrijven een percentage belasting betalen aan de overheid. Het eerste voorstel, juli 2014, was het berekenen van 20% kansspelbelasting. Destijds kwam daar commentaar op vanuit de PvdA. Zij wilden eigenlijk meteen al naar 29%, anderhalf jaar later kregen zij de VVD daar in mee en dus hebben ze de meerderheid in de kamer. De overheid is van mening dat het hogere tarief de gokbedrijven niet afschrikt om vergunningen aan te vragen. Dat zou betekenen dat de overheid een behoorlijk bedrag bij de inkomsten kan gaan schrijven. De kansspelbelasting werd in de voorjaarsnota van 2015 begroot op 450 miljoen. In de wetenschap dat dit alleen verdiend werd aan de legale gokbedrijven en aangiftes van gewonnen prijzen hoger dan 449 euro, gaat dit bedrag veel hoger uitvallen na de legalisering.
Een realistischere blik op dit vraagstuk levert echter een ander beeld op. Volgens Rolf Slotboom van ikbenkoa.nl* zitten bedrijven niet te wachten op een belastingpercentage van 29%: ‘Het gevaar is dat een te hoog percentage de bedrijven afschrikt om een vergunning aan te vragen. Dat probleem wordt onderkend door staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Klaas Dijkhof. Ondanks het besef van dit gevaar, heeft men er toch voor gekozen. De overheid kan die redenen waarschijnlijk beter uitleggen dan ik.’ De kans is dus groot dat bedrijven niet mee doen aan de legalisering wanneer de 29% wordt doorgevoerd.
*Ik Ben KOA is een project vanuit het Centrum voor Verantwoord Spelen, opgezet vanuit de gedachte dat online spelers een plek dienen te hebben voor onafhankelijke en betrouwbare informatie over zowel online kansspelen alsook de huidige (WoK) en toekomstige (KOA) wetgeving (Bron: ikbenkoa.nl).
Sportmarketeer Chris Woerts geeft in het NRC kort de gevolgen aan: ‘Een te hoog percentage schrikt bedrijven af. De belastingopbrengst zal tegenvallen, de speler blijft onbeschermd en de afdracht naar de sport zal nihil zijn. Dan heb je drie verliezers: de spelers, de sport en de schatkist.’
Kritiek op het besluit van de VVD en de PvdA werd eind januari dit jaar ook op een andere manier geuit. Bookmaker Unibet gaf aan de wielerunie KNWU te willen sponsoren. Dit gaat om een lucratief contract met een enorme boost voor de wielersport. Het bedrijf zou voor 7 miljoen euro de grote sponsor worden van deze tak van sport. Een belangrijke voorwaarde van het gokbedrijf was dat deze deal alleen door zou gaan wanneer de overheid een percentage van 20% zou doordrukken. Het geeft aan dat ook de online goksites bereid zijn om te investeren in samenwerking, maar dat er een gangbaar belastingtarief gehanteerd moet worden.
Het klinkt als mooi offensief van Unibet. Al is het antwoord vanuit de overheid luid en duidelijk. Vanuit de PvdA reageerde lid Mei Li Vos op de voorwaarden van het gokbedrijf: ‘Er is een gevaar dat Unibet de sympathieke wielerbond gebruikt voor hun politieke strijd om het belastingtarief.’ Vos is het niet eens met de standpunten van de buitenlandse gokbedrijven omtrent het belastingtarief: ‘Buitenlandse gokbedrijven doen alsof je online gokken alleen kunt reguleren als er een laag belastingtarief is. Maar dat is gebaseerd op hun eigen schimmige onderzoeken. Het zou natuurlijk absurd zijn als wij aan een bedrijf als Unibet minder belasting vragen dan aan Nederlandse bedrijven’, aldus Vos.
De overheid lijkt dus niet van plan om mee te gaan met de eisen van de buitenlandse gokbedrijven. Wanneer de overheid voet bij stuk houdt, lijkt het er toch op dat dit voorstel op een dood spoor gaat belanden. In dit geval komt er van de baten van de overheid weinig meer terecht en dan kent, om Woerts te herhalen, deze strijd alleen maar verliezers.
